De Vanenburg
Tijdens het wandelen over het Klompenpad tegenover “De Vanenburg” een speurtocht door de natuur gemaakt en hiervan foto’s genomen. Op een oppervlakte van 200 m² kun je allerlei interessante dingen tegenkomen.
Om gewoon eens te kijken wat je zoal in een momentopname kunt tegenkomen wanneer je een kleine wandeling maakt en een klein lijstje gemaakt (met misschien wat onvolkomenheden). Ik nodig iedereen uit om eens in dit stukje natuur een speurtocht te maken en nieuwe dingen te ontdekken.
Kruipende boterbloem: Een vaste plant met gele bloemen die zich vaak horizontaal verspreidt en laag bij de grond groeit.
Gewone raket: Een wilde plant met trossen gele bloemen en geveerde bladeren die voorkomt in graslanden en bermen.
Hondsdraf: Een kruidachtige plant met paarse bloemen en een sterke geur. Wordt vaak gebruikt in volksgeneeskunde.
Gestreepte witbol: Een grasachtige plant met rechtopstaande bloeiwijzen en gestreepte bladeren die voornamelijk in vochtige gebieden groeit.
Veldzuring: Een overblijvende plant met pijlvormige bladeren en kleine roze bloemen, vaak te vinden in graslanden en weilanden.
Madeliefje: Een kleine bloem met witte bloemblaadjes en een geel hart, bekend vanwege zijn speelse uitstraling.
Braam spec.: Een algemene naam voor verschillende soorten struiken die eetbare vruchten produceren, bekend als bramen.
Zoete kers – Prunus avium: Een boomsoort met zoete, rode vruchten die bekend staan als kersen.
Prunus spec.: Een verzamelnaam voor verschillende soorten bomen en struiken uit het geslacht Prunus, waaronder kersenbomen.
Wilde lijsterbes: Een boom met witte bloemen en oranje bessen die vaak voorkomt in bosrijke gebieden.
Tweestijlige meidoorn: Een struik met doornige takken, witte bloemen en rode bessen, vaak gebruikt als haagplant.
Zomereik: Een inheemse boomsoort die grote, diepgroene bladeren heeft en veel voorkomt in Europese bossen.
Pinksterbloem: Een plant met roze bloemen die in het voorjaar bloeit en vaak voorkomt in vochtige graslanden.
Wilde hyacint: in dit geval een uitgebloeide wilde hyacint. De wilde hyacint of boshyacint (Hyacinthoides non-scripta, in oudere literatuur vaak Scilla non-scripta) is een plant uit de aspergefamilie. Wanneer in bloei, dan zijn de bloemen trosvormig gegroepeerd, en hangen naar een zijde. Witte exemplaren worden vaak aangetroffen. Roze vormen zijn zeldzamer.
Biezenknoppen: Een moerasplant met bruine bloeiwijzen die lijken op kleine knoppen, vaak te vinden in natte gebieden.
Veldzuring (Polygonaceae): is een vaste plant uit de duizendknoopfamilie. De soort kan meer dan 0,5 m hoog worden. Vaak en met name op zonnige plaatsen zijn veel delen van de plant rood aangelopen.
Kleefkruid: Een plant met haakjes waarmee het zich vastklampt aan andere planten.
Driekleurig viooltje: De plant is eenjarig (soms meerjarig), kan tot 30 cm hoog worden en wortelt tot 45 cm diep. De plant heeft een kantige stengel die zich meestal in rechte hoeken vertakt.
Kleine klaver: Een klaversoort met kleine, ronde bladeren en kleine witte of roze bloemen, vaak te vinden in weilanden en gazons.
Heermoes (Equisetaceae): is een plant uit de paardenstaartenfamilie. De plant wordt ook wel ‘roobol’, ‘akkerpaardenstaart’, ‘kattenstaart’ of ‘unjer’ genoemd. Het is een maximaal 40 cm hoge vaste plant. In het voorjaar verschijnen er bladgroenloze stengels met sporenaren op de top.
Rode klaver: Een klaversoort met roze-rode bloemen en klaver romige bladeren, vaak gebruikt als voedergewas en bodembedekker.
Duizendblad: Een kruidachtige plant met kleine witte of roze bloemen die vaak groeit in graslanden en bermen.
Haagbeuk: Een boomsoort met fijn getande bladeren die lijken op beukenbladeren, vaak gebruikt voor hagen en afscheidingen in tuinen.
Strontvlieg: De strontvlieg behoort tot de familie van de mestvliegen. Ze worden vaak aangetroffen in de buurt van mest, uitwerpselen en rottend organisch materiaal. Ze spelen een belangrijke rol in de afbraak van organisch materiaal en zijn vaak te zien op boerderijen en in landelijke gebieden.
Geelbandlangsprietmot: De geelbandlangsprietmot is een kleine nachtvlinder met opvallend gele banden op de antennes. Ze hebben een voorkeur voor bloemrijke omgevingen en voeden zich met nectar. De volwassen motten zijn vooral actief tijdens de schemering en de vroege nacht.
Blauwe waterjuffer: De blauwe waterjuffer is een kleurrijke libel die vaak te vinden is bij stilstaande wateren, zoals vijvers en moerassen. Ze hebben een slank lichaam en hun vleugels hebben een kenmerkende blauwe tint. Waterjuffers brengen het grootste deel van hun leven door als larven in het water voordat ze veranderen in volwassen libellen.
Schorpioen vlieg: Schorpioenvliegen zijn kleine vliegen die opvallen door hun opvallende uitsteeksels aan het achterlijf, die lijken op de staart van een schorpioen. Deze uitsteeksels worden gebruikt tijdens het voortplantingsritueel en dienen niet als verdedigingsmechanisme. Schorpioenvliegen voeden zich met kleine insecten en nectar.
Zwartpootsoldaatje: Het zwartpootsoldaatje is een kever die behoort tot de familie Cantharidae. Ze hebben een opvallend uiterlijk met een roodzwart lichaam en zwarte poten, vandaar de naam. Ze voeden zich voornamelijk met insectenlarven en zijn vaak te vinden op bloemen en vegetatie.
Elzenhaantje: Het elzenhaantje is een kleine kever die voornamelijk leeft op elzenbomen. Ze hebben een metallic groenblauwe kleur en zijn bekend om hun vraatzuchtige gedrag, waarbij ze bladeren van elzenbomen eten. Ondanks hun schade aan elzenbomen zijn ze een belangrijke voedselbron voor verschillende vogels.
Bladluis op een braamstruik: Bladluizen zijn kleine insecten die zich voeden met plantensappen. Ze komen in verschillende kleuren voor, zoals groen, geel, bruin of zwart, afhankelijk van de soort. Bladluizen kunnen schadelijk zijn voor planten doordat ze zich snel kunnen voortplanten en de groei van de planten kunnen belemmeren.
Egelgat
Het Egelgat ligt langs een pad dat begint aan de Hevelschutterweg in Putten In de zomer is er een grote kans dat je er door de uitbundige begroeiing rondom zomaar voorbij loopt. In de wintermaanden moet het beter lukken. Als het gevroren heeft ervaar je de verstilde schoonheid van dit meertje waar de Veldbeek door heen stroomt nog beter. De naam heeft niets met egels te maken, maar met de oud Veluwse naam voor bloedzuigers.
De kringloop der natuur
Bij de reigerkolonie op Oldenaller is de kringloop der natuur ook zichtbaar. Het ouderpaar kan bij ziekte of te kort aan voedsel een of meer jongen uit het nest gooien. De gevallen jongen zijn op slag dood. Hun overblijfselen worden door de doodgravers onder gegraven en door bodemdieren, bacteriën en schimmels verder verteerd. Uit de vruchtbare aarde groeien planten die weer als dekking en voedsel dienen voor dieren die door de reigers worden gegeten.
Vleermuizen op Oud groevenbeek
Er leven verschillende soorten vleermuizen op dit landgoed en de eerste vleermuizen vliegen al uit als het nog vrij licht is. Vleermuizen kunnen ook in het donker hun weg vinden. Ze maken daarbij gebruik van sonar of echolocatie. De sonargeluiden zijn voor mensen niet tot nauwelijks te horen. De batdetector maakt de sonargeluiden niet alleen hoorbaar voor het menselijk oor, maar ook de verschillende soorten vleermuizen zijn te onderscheiden met de batdetector. Iedere vleermuissoort maakt namelijk een eigen kenmerkend geluid.